Opvoeden, het is een uitdaging. Elk kind is een uitdaging. Een hoogbegaafd kind opvoeden is dat zeker ook. Gaandeweg zoek je naar de dingen die werken en stop je met dingen die het absoluut niet doen bij je kind. Het is een weg van samen zoeken. Deze opvoedtips voor hoogbegaafde kinderen wil ik graag meegeven. Ze komen voort uit vallen en opstaan, uittesten en falen en veel lezen en opleiding volgen. Deze tips zijn ook voor leerkrachten een opsteker, trouwens! 😉
Ze voelen het, ze ruiken het, ze vangen het op,… als je niet eerlijk bent of tegen hen liegt. Ze hebben een antenne die leugens haarfijn kan registeren. Beter de waarheid zeggen, dan liegen dus. Ook geen leugentje om bestwil! Gewoon eerlijk uitleggen hoe, wat en waarom.
Leer een kind ook eerlijk te zijn. Dit klinkt misschien een beetje vreemd, want als ze eerlijkheid zelf zo hoog in het vaandel dragen, waarom zouden ze dan gaan liegen? Wel, omdat ze bijvoorbeeld in de klas zien dat een leerkracht het moeilijk heeft met al die verschillende kinderen in de klas. Om niet tot last te zijn zal het kind niet aangeven dat iets te makkelijk is. Een hoogbegaafd kind moet leren eerlijk communiceren. Dit kan je ook duidelijk maken door uit te leggen dat de leerkracht het echt goed voor heeft en echt wel wil helpen, maar dat helpen niet gaat als ze niet weten wat er aan de hand is. Wat mensen niet weten, daar kunnen ze ook niets aan veranderen!
Opvoedtip 2: Noem een koe een koe
Of in dit geval, noem hoogbegaafd ook gewoon hoogbegaafd. Kinderen voelen al snel dat ze ‘anders’ zijn en kunnen dat niet plaatsen. Ze begrijpen niet waarom de kinderen op de speelplaats telkens beginnen vechten, terwijl je dingen beter kan oplossen met een goed gesprek. Uitleggen waarom ze anders zijn kan daar zeker in helpen.
Wij hebben aan onze zoon uitgelegd dat hij anders is. Met de Gauss Curve ernaast hebben we verteld dat er maar weinig kinderen zijn die zo snel kunnen denken als hij. Doordat zijn hersenen snel zijn, leert hij ook anders. En omdat school nu eenmaal gericht is om die grote berg in curve, is het moeilijker voor kinderen zoals hij. Daarvoor krijgt hij hulp (plusgroep project) bij de zorgjuf. Want net als kinderen die een leerstoornis hebben, hebben hoogbegaafden ook hulp nodig. Vooral bij het leren leren bijvoorbeeld, want dat moeten ze écht leren!
Opvoedtip 3: Praat MET het kind
Een hoogbegaafd kind kan echt wel veel aan je uitleggen. Er is dus niets zo vervelend als een volwassene die over je hoofd praat over jou, terwijl je er gewoon bij staat! Betrek het kind in het gesprek. Toen mijn man en ik dat vroeger ooit deden en hij zat aan tafel, ging hij ook bewust proberen om zich in het gesprek te mengen.
Vraag dus naar de reden waarom het kind zich op een bepaalde manier gedraagt en ga nergens zomaar vanuit. Vraag wat het nodig heeft, waar het tegenaan loopt of waarom het zo boos werd.
Ze zullen je negen keer op de tien verrassen met hun uitleg! 😉
Opvoedtip 4: Werk aan de mindset van het kind
Een kind (hoogbegaafd of niet trouwens) moet leren dat fouten maken oké is en dat het een leerproces is. Laat dus als ouder zeker jouw fouten zien. Leg ze uit en zeg sorry. Geef hoogbegaafde meisjes rolmodellen om naar op te kijken! Leg nadruk op zinnetjes als ‘ik kan het NOG niet’.
Werk dus aan die groeimindset! Hoogbegaafde kinderen hebben vaak een perfectionistisch kantje, op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar dat kan het wel worden.
Het zijn sponsjes met duizend vragen. Ze willen leren en weten. En het is niet erg dat je daarin meegaat. Er is een verschil tussen pushen en meegaan met wat je kind nodig heeft.
Ik kreeg ook te horen: “Hij is nog maar vier, hè” toen ik aan tafel aan het uitleggen was dat de aarde een atmosfeer heeft die ervoor zorgt dat we hier kunnen ademen en op de maan niet.
Tja, euhm – hij was inderdaad vier, maar hij stelde die vraag en dus ga ik die ook beantwoorden! Je ben anderen in je omgeving geen uitleg verschuldigd!
Een kindje interesse in letters als het drie jaar is? Prima, geeft het lettermagneten en een boekje met eerste woordjes. Je hoeft geen leesles te geven, maar dingen waar deze kinderen interesse in hebben mag je wel laten rondslingeren! 😉
Nog een mini-tip:
Laat anderen mensen ook niet zomaar opvoedtips voor hoogbegaafde kinderen aan je geven als ze er niets van weten. 😉
Jij voelt echt wel in je buik wat werkt en wat niet!
Meer lezen?
Wil je meer lezen over het opvoeden van jouw hoogbegaafde kind (in de klas)
Het kleine boekje is ideaal om aan familie, omgeving en leerkrachten te geven die met een hoogbegaafd kind in aanraking komen.
Heb jij zelf een hoogbegaafd kind (in de klas) – welke opvoedtips voor hoogbegaafde kinderen zijn volgens jou onmisbaar of heb je een aanvulling? Ik hoor het graag!
Take care en tot snel
Liefs Ilse
Pinnen voor later:
Is opvoeden zonder straffen en belonen een utopie?
Mijn kinderen zijn op zijn zachtst gezegd pittig. Ze hebben sterke karakters, zijn super gevoelig en weten wat ze willen. Onze oudste dochter kon zich als tweejarige krijsend op de vloer gooien, vaak wisten we dan totaal niet waarom ze dat deed. Als onze zoon denkt te weten dat hij gelijk heeft, geeft hij niet af en blijft hij doordrammen… Al héél erg snel leerden we dat bij hem roepen of boos worden gewoon niet werkt. Hij werd dan héél erg verdrietig, hij was écht gekwetst. Je leert als ouder je kinderen beter kennen en je zoekt naar manieren die werken en roepen werkt écht niet. Bij onze oudste dochter trouwens ook niet, zij wordt dan enorm kwaad en met haar kan je dan echt niets meer aanvangen, tot ze terug kalm is. Andere mensen geloven dat amper als ik deze dingen vertel, want ‘Jullie hebben toch zo’n flinke kinderen!’ Vorig weekend was ik op een studiedag rond hoogbegaafdheid en daar werd de opvoedstijl ‘Positive discipline’ naar voor gebracht. Het was een korte introductie, maar de ouders die het al aan het gebruiken waren stroomden over van enthousiasme. Opvoeden zonder straffen en belonen… kan dat dan? Is dat dan geen utopie?
De flap van het boek maakte indruk.
Ik sloeg de flap van het boek van Jane Nelson open. Deze Amerikaanse psychologe had zelf zeven kinderen en was op zoek gegaan naar een ‘andere’ manier om het in huis vlotter te laten lopen. Zo ontstond Positive discipline: de opvoedstijl zonder straffen en belonen. Op de flap staat een prachtige quote:
“Waar halen we het rare idee vandaan dat om kinderen het beter te laten doen, ze zich eerst slechter moeten voelen.”
En dat zinnetje deed me wel wat. Want dat is iets waar ik als leerkracht ook van overtuigd ben. Je komt met kinderen veel verder als ze zich goed voelen…
En het ging verder: fouten zijn een mogelijkheid om te leren. Hallo groei mindset! Heb vertrouwen in je kinderen, richt je op verbetering en niet op perfectie. Wees vriendelijk en vastberaden. En nog een hele mooie: “Never do for a child what a child can do for himself”.
En grappig genoeg herkende ik daar wel een aantal dingetjes in. Onze kinderen ‘mogen’ echt heel veel zelf doen, uiteraard in de mate van het mogelijke en met de veiligheid in acht genomen. Maar we hadden hier in huis al door dat die autonomie enorm belangrijk was, dus hebben we dat al aangepast in onze opvoeding.
Schuldig gevoel
Met mama die herstellende is van een burn-out en echt te veel geroepen heeft, is het niet altijd makkelijk! Vorige week nog had ik slaande ruzie met mijn oudste dochter. Het was een echte machtsstrijd geworden en ik herkende weer bijna die tweejarige die zich op de grond ging smijten. Deze keer werd het echter krijsen, heel boos kijken, huilen, slaan met de deuren en stampvoetend weglopen. Pffff – wat een gevoel van falen zeg. Het was dubbel, want uiteraard door die burn-out is mijn lontje korter. Maar dat was zo hard niet hoe ik het had willen doen!
Toen ik vrijdag naar mijn bureau ging, lag er op mijn tafel een hele mooie tekening: ‘Ik heb spijt van alles, mama’ – *slik*
Op donderdag, toen ik de hele dag weg was, had ze die gemaakt en op mijn bureau gelegd.
En weer kwam het besef dat dit anders moet kunnen. Zij voelt zich er niet goed bij en ik ook niet! Dus dit moet anders. Misschien is positive discipline dan wel de uitweg voor ons.
Opvoeden zonder straffen en belonen uitproberen.
Ik heb alvast de boek gekocht en heb er eens door gescand. Maar ik denk dat een oudercursus bijna een must is om dit goed aan te pakken. De andere ouders op de studiedag waren zo enthousiast dat het me overtuigde om dit ook eens te proberen. We zullen zien!
In ieder geval pasten we, zonder dat we het wisten, al wel wat dingetjes toen die passen bij positive discipline… Eerst die boek maar eens uitlezen!
Gisteren nam onze oudste voor het eerst deel aan een kata wedstrijd van zijn karateclub. Het was een enorme stap, want hij wist dat hij nooit kon winnen.
Dat klinkt sneu als je het zo leest en misschien denk je wel: “Hoe weet je dat nu? Dat kan toch dat hij wint!”. Helaas weten wij en hij dat zijn niveau echt te laag is om te winnen. En natuurlijk is het dan erg moeilijk om die stap te zetten. Daarom was dit een mijlpaal die we hebben bereikt.
Motorisch
Zo ver voor onze oudste dochter is op vlak van motoriek, zo moeilijk is het voor onze zoon. Fietsen was een ramp geweest, ballen vangen is een hel. Hinkelen ging jaren niet. Zijn zussen staken hem voorbij…
Ook op karatetraining was het duidelijk zichtbaar dat hij daar achter stond op zijn leeftijdsgenootjes. Niet dat hem dat ook maar enigszins aan zijn motivatie knabbelde. Als er één ding is dat je van onze zoon kan zeggen, dan is het dat hij enorme doorzetter is! Honderd keer vallen, honderd keer opstaan. Echt wat ik hem al heb zien doen, ik had het soms al duizend keer opgegeven. Hij bijt zich echt! Andere ouders in de club zeggen dat ook: “Hij geeft niet op, hè!” Neen, hij geeft niet op! Dat woord staat echt niet in zijn woordenboek.
Hij ziet trouwens zelf heel goed het verschil met de anderen en dat maakt het niet gemakkelijker om een wedstrijd te gaan doen.
Lateralisatie therapie
Ondertussen hebben we een aantal weken geleden ontdekt dat hij lateralisatie problemen heeft. Daarvoor start hij met Mesker therapie bij een kinesist. Ik hoorde een aantal straffe verhalen over die therapie. ‘Van AVI 1 naar AVI 9 op vier weken tijd’ bijvoorbeeld. Het lezen gaat ondertussen redelijk op niveau, maar het kan nog beter. Het schrijven gaat, maar het is niet snel genoeg. We hopen dus echt dat de therapie hem zal helpen om een hoop frustratie kwijt te geraken.
En als die therapie helpt, dan zal ook zijn motoriek verbeteren. Misschien dat hij volgend jaar dan wel kans maakt om een keer te winnen! 😉
De club zet in op aanwezigheid
Gelukkig zit hij in een hele fijne club. Ze vinden deelnemen aan wedstrijden belangrijk en blijven hem motiveren! Ik vind dat echt mooi om te zien. En zelfs al verloor hij heel erg tijdens zijn eerste wedstrijd, hij krijgt punten die meetellen voor zijn volgende gordel.
Geen wedstrijden willen doen
Het heeft echt lang geduurd om hem zover te krijgen om toch mee te doen! Hij zei letterlijk: “Maar ik ga toch nooit winnen! Ik wil niet meedoen!”
Maar geen wedstrijden, dan ook geen punten voor zijn gordel! Dus geen wedstrijden doen was eigenlijk niet echt een optie. Hem tegen zijn zin een wedstrijd laten doen en hem dus gaan dwingen, nog veel minder! We zijn nu al jaren bezig met het voor te bereiden op die eerste keer.
We zijn al naar wedstrijden gaan kijken, zodat hij wist hoe het eraan toe zou gaan. We hebben met hem gebabbeld over het feit dat hij nooit opgaf en dat het een hele mooie eigenschap is om dat te hebben. We vertelden hem dat hij zoveel had bijgeleerd (en dat is echt zo, want vorig jaar kon hij die kata geen enkele keer foutloos doen – hij spiegelde of liep de verkeerde kant op!) en dat hij hem nu volledig kon uitvoeren.
De club doet dat echt heel goed, ik ben ze enorm dankbaar, want bij hoeveel clubs zijn de mindere kinderen bankzitters of mogen ze niet meedoen?!
Trotse mama
Dus toen ik gisteren een filmpje kreeg toegestuurd van de papa was ik bijzonder trots. (Ik kon trouwens zelf niet omdat ik op studiedag was voor die lateralisatie problemen van hem.) Hij heeft meegedaan, hij heeft de kata volledig in de juiste volgorde en de juiste richting gedaan en hij was maar een beetje teleurgesteld toen er 5 juryleden voor het andere kindje kozen.
Met een dikke knuffel vertelde ik hem deze morgen dat ik bijzonder trots was. Want als je weet dat je niet gaat winnen en je gaat er toch 100 procent voor, dan heb je een echte winnaarsmentaliteit en dat is veel belangrijker!
Hoe gaat jouw kind om met wedstrijden? Ik hoor het graag in de reacties.
Take care en tot snel
Liefs Ilse
Lateralisatie problemen bij een kind – hoe zie je dat?
Het woord lateralisatie kwam voor het eerst naar boven bij de bespreking van de IQ-test van onze zoon, toen we er net achter waren dat hij hoogbegaafd is. De psychologe zei dat ze wel een aantal kenmerken had opgemerkt, maar dat ze geen specialiste was en dat we hem in het oog moesten houden. Lange tijd hoorde we er helemaal niets meer van tot een paar weken geleden. Onze zoon werd door getest, op vraag van zijn coach hoogbegaafdheid, om een aantal redenen. Doortesten is niet meer en niet minder dan kijken hoe ver een kind al staat op het schoolse vlak. Een doortesting zal ook altijd gebeuren als men nadenkt om een jaartje over te slaan. Bij ons was dat zeker niet de primaire reden.
Bespreking doortesting
Op school kreeg ik de doortesting van onze zoon onder mijn neus. De vreemdste fouten had hij gemaakt. De zorgjuf zei een zinnetje wat ik meenam naar zijn coach: “Soms lijkt het alsof hij niet op papier krijgt met zijn handen, wat hij weet in zijn hoofd.”
Toen zijn coach dat hoorde stelde hij voor om toch eens een lateralisatie-test te laten doen bij een kinesist die daar in gespecialiseerd is.
Wat is lateralisatie?
Het lateralisatieproces is het rijpingsproces van beiden hersenhelften, waarbij één helft zich gaat ontwikkelen tot de dominante helft. De beiden hersenhelften kunnen dan goed gaan samenwerken. Bij sommige kinderen verloopt dit proces niet goed. Bij hoogbegaafde kinderen komt het zelfs vaak voor dat ze niet goed lateraliseren. Ze slaan vroege ontwikkelingsfasen over omdat ze anders leren.
De kruipfase overslaan is bijvoorbeeld niet goed, omdat dat ook een stuk is van de ontwikkeling die een kind zou moeten doorlopen. Onze zoon heeft wel gewoon gekropen, maar ergens in zijn primaire ontwikkeling is er toch iets fout gelopen. Vaak worden problemen met lateralisatie al in de kleuterklas ontdekt en kan er met kinesitherapie al eerder aan worden gewerkt.
Wat kunnen problemen zijn bij een mindere lateralisatie?
Problemen met lezen, schrijven, db verwisselen en het omkeren van cijfers en een trager werktempo.
Hoe kan je zien dat het lateralisatie proces niet goed verlopen is?
Dit zijn mogelijke kenmerken – let op, niet alle kenmerken hoeven aanwezig te zijn en een hoogbegaafd kind kan blijkbaar uiterst goed maskeren.
het kind heeft moeite om rechtop te zitten aan een tafel
het kind heeft een slecht evenwicht
het kind heeft het moeilijk met spelling
het kind heeft een slechte oog-hand coördinatie (balspelen zijn een hel!)
het kind is wagenziek
het kind kan moeilijker automatiseren (maaltafels)
het kind kan moeilijk stilzitten
het kind heeft moeilijkheden met concentreren
het kind leert niet gemakkelijk fietsen en zwemmen
het kind heeft het moeilijk met het lezen van de klok
het kind heeft weinig tot geen tijdsbesef
het kind heeft het moeilijk met beslissingen nemen
Lateralisatie test
Onze zoon is rechts.
Of ten minste, dat dachten we. Na de lateralisatie test bleek dat zijn natuurlijke voorkeur heel vaak naar links gaat. En nee, we hebben hem nooit gepushed om toch maar rechts te schrijven of wat dan ook. Ik vond het een zeer vreemde gewaarwording om hem daar tijdens de test bezig te zien en te zien dat links er zo vaak als voorkeurskant uitkwam.
Onze zoon is hoogbegaafd. Dat maakt dat hij de problemen van de lateralisatie erg goed kon maskeren. Hij heeft het niet moeilijk met beslissingen nemen, kan stilzitten, kan zich super concentreren, klok lezen lukt en hij heeft ook tijdsbesef.
Die maaltafels gaan slecht – dat is iets wat vaak voorkomt bij hoogbegaafde kinderen. Daar hadden we dus geen graten in gezien.
De kinesist zei dat ze heel goed kon zien dat hij heel erg snel bij leerde. Als ze dan het werkveld verplaatste, dan was onze zoon totaal de kluts kwijt voor een tijdje.
Ook zag ik met mijn eigen ogen dat hij boos werd op zijn hand. Die hand moest namelijk ergens op kloppen en hij wist dat – maar zijn hand leek niet te luisteren! Pure frustratie. Wat moet dat voor hem stiekem zwaar zijn. Want zijn hoofd weet zoveel en zijn handen willen niet meewerken. Hopelijk kunnen ze hem goed helpen!
Hij heeft het heel goed verstopt, onze grote vriend!
Over een drietal weken beginnen we dus met therapie om hem beter te laten lateraliseren.
Take care en tot snel
Liefs Ilse
Waarom een hoogbegaafd kind geen Latijn moet kiezen
Er is een verschil tussen mogen en moeten, laat me daar even mee starten, voor er een paar op hun paard gaan zitten. Uiteraard mag een hoogbegaafd kind dat naar de secundaire school gaat, wel de richting Latijn kiezen. Maar lieve mama’s en papa’, leerkrachten en vooral ook hoogbegaafd kind zelf: het MOET niet!
Een fictief verhaaltje:
Ergens te lande op een klassenraad van een A-stroom richting met meer nadruk op techniek worden de punten getoond van leerling X. Leerling X haalt allemaal scores boven de 90 procent en vaak zelfs dichter bij de 100. De voorzitter van de klassenraad vertelt dat de ouders blij zijn dat het kind zich zo goed voelt, want verveling was in de lagere school echt een probleem. Het kind is namelijk hoogbegaafd.
Meteen komt daar reactie vanuit een leerkracht in de klassenraad: “Waarom zit X dan niet op latijn, als X dan toch hoogbegaafd is?!”
Goed zijn in veel dingen
Vaak zijn hoogbegaafde leerlingen goed in veel verschillende zaken. Ze leren 3 tot 6 keer sneller dan een normaal begaafd kind. Ze zijn dus vaak in meerdere dingen goed. Zowel in taal als in rekenen, wetenschap en muziek. Ze hebben een grote leerhonger en misschien kan Latijn echt in hun interesseveld liggen. Toch zijn er ook hoogbegaafde kinderen die op school nergens echt in uitblinken. (Dat kan door onderpresteren zijn, maar het kan ook zijn dat het talent van de hoogbegaafde totaal ergens anders ligt dan op school.)
Mijn man is niet getest, dus zeker zijn we niet. 😉 Toch herkent hij zich héél erg in onze zoon. De rapporten van hem en onze zoon kunnen we naast elkaar leggen – net dezelfde commentaar!
Hij is ook ooit gestart op Latijn, maar na twee jaar had hij het wel gehad. Hij wilde een vak leren, zodat hij kon gaan werken op zijn 18de. (Dat liep toch even anders!)
Op zijn vorige job waren er veel taken die hij op zich kon nemen. Eigenlijk was hij programmeur. Maar ondertussen waren er heel veel extra taken in zijn pakket geslopen. Vergaderingen met het management, klantencontacten, crisis controle, storingen, …
En hij heeft voor al die taken talent. Hij is enorm goed met mensen, vooruitziend denken en visie… Maar hij wilde die niet doen… Hij wil programmeren.
En toen zei hij me eens een zinnetje dat binnenkwam:
“Het is niet omdat je iets goed kan, dat je het ook graag doet!”
En daar lieve mensen zit de essentie van het hele verhaal. Het is niet omdat een kind hoogbegaafd is, dat het graag Latijn zal doen. Het is niet omdat het hoogbegaafd is, dat het een zware wiskundige richting moet doen. Het is niet omdat een kind hoogbegaafd is, dat het graag zal schaken.
Hoogbegaafd en geen Latijn
Het kan dus een heel bewuste keuze zijn van het kind (en zijn ouders) om niet op de Latijnse richting te starten. Als daar zijn interesses niet liggen, is dat helemaal oké. Jij leest toch ook geen boek uit als het na een paar hoofdstukken niet je ding is?!
Als het kind toch nog dokter wil worden, ga er maar vanuit dat de Latijnse benamingen er wel in zullen gaan, 3 tot 6 keer sneller, weet je nog!
Het is belangrijk dat een kind een richting kiest dat het graag doet. Wil je hoogbegaafd kind graag Latijn gaan studeren, zeker laten doen! Maar wil het liever de wetenschapskant op, laat het dan ook gewoon zijn ding doen. Ik ben er vast van overtuigd dat doen wat je graag doet, enorm belangrijk is in het leven. En dat heeft niets met hoogbegaafdheid te maken! 😉
Take care en tot snel
Liefs Ilse
Het belang van je mindset – Groeimindset kaarten printable
Hoe het is gekomen dat onze zoon op een bepaald moment tekenen van een fixed mindset is gaan vertonen, begrijp ik nog steeds niet helemaal. Fixed wat? Fixed mindset of vaste mindset wil zeggen dat hij zichzelf had wijsgemaakt dat hij bepaalde dingen nooit zou leren. Hij kon er zichzelf niet meer voor motiveren, want hij zou het toch nooit kunnen. De theorie van deze Fixed en Growth mindset komt van de professor in de psychologie Carol Dweck. Ze schreef er ook het boek ‘Mindset’ over. Een vaste mindset kan heel diep zitten en ervan af geraken is ook niet altijd even simpel. Soms kan er veel worden opgelost door teamwork met school, leerkrachten en ouders. Bij anderen kinderen is er meer hulp nodig van een coach bijvoorbeeld of van een psycholoog. Een groeimindset is iets waar je dagelijks aan werkt en waar je zelf ook het goede voorbeeld in moet geven om het je kind echt mee te geven. Laat je eigen fouten zien, want iederéén maakt fouten, ook mama en papa! Een beetje extra ondersteuning kan nooit kwaad. Daarom maakte ik groeimindset kaarten om af te drukken. Steek ze als broodbriefje in de boterhamdoos, hang ze op in de klas, maak er magneetjes van voor op de koelkast te hangen,… Je vindt ze onderaan dit artikel.
Groeimindset of vaste mindset – het zit hem in de kleine dingen
Vaak kunnen kleine woorden in een zin al heel wat vertellen over de mindset van een kind. Ook de manier van vragen stellen kan een goede indicator zijn:
Ik kan dat niet! (Fixed)
Ik kan dat nog niet! (Growth)
Ik ben daar niet goed in. (Fixed)
Wat kan ik doen om er beter in te worden? (Growth)
…
Een kind met een vaste mindset voelt zich vaak ook aangevallen door feedback die je geeft. Terwijl dat natuurlijk nooit persoonlijk is bedoeld, maar een poging van jou om te vertellen hoe een kind kan leren, hoe het ergens beter in kan worden, wat het nog kan proberen om tot een oplossing te komen. Kinderen met een groeimindset blijven proberen, geven niet snel op en zijn gemotiveerd. Als kinderen een vaste mindset hebben geven ze dus wel snel op, gaan ze uitdagingen uit de weg en kunnen ook faalangstig zijn. Zo zie je dat het hebben van een groeimindset voor elke kind (en elke volwassene trouwens) enorm belangrijk is.
Ik ben er vast van overtuigd dat het goede voorbeeld als ouder en als leerkracht de basis is voor een goede groeimindset te kunnen ontwikkelen bij kinderen.
Leg al vanaf het begin, als kinderen beginnen te spelen, nadruk op het feit dat fouten maken mag en dat net die fouten ervoor zorgen dat je gaat leren.
De score op een toets is niet belangrijk, wel dat je gaat kijken welke fouten je gemaakt hebt. Op die manier krijg jij (en je leerkracht) een inzicht in wat je nog niet begrepen hebt.
Hang met andere woorden niet enkel de spreuk van Pippi (Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!) aan de muur, maar bewijs zelf dat je open staat om dingen bij te leren, iets op een andere manier aan te pakken en fouten te maken in je leerproces.
Hou de groeimindset in het oog
Let dus op je kinderen (thuis of in de klas), want een groeimindset is echt super belangrijk om tot leren te komen. En dat is voor elke persoon zo, niet alleen voor kinderen! Let ook gewoon op jezelf! Want als je zelf in een fixed mindset komt, dan is dat een teken aan de wand heb ik gemerkt.
Ik ben zelf iemand die altijd alles wil proberen, open staat voor nieuwe uitdagingen en gelooft in haar eigen kunnen. In november 2018 was ik dat geloof in mezelf plots helemaal kwijten ik werk er nog elke dag aan om dat terug te krijgen. Hou dus jezelf en je omgeving in het oog en werk elke dag aan die groeimindset!
Elk kind kan vast geraken
Elk kind, hoe slim het ook is, kan vast geraken in zijn denkproces. Onze zoon dacht echt dat hij dom was en nooit zou leren om vlot te lezen. Hij had zichzelf wijsgemaakt dat oefenen op leren lezen geen zin had, hij zou het toch nooit leren. Pas na het gesprek met de psychologe, die hem dan vertelde dat hij helemaal niet dom was, maar héél slim, begon dat idee in zijn hoofd terug om te slaan. Hij kreeg uitleg hoe het kwam dat het leren lezen zo vreselijk was en dat hij meer tijd zou nodig hebben, maar het wel zou leren! We hebben er samen aan gewerkt en uiteindelijk gaat dat lezen al een stuk beter! 🙂
Elke dag werken we hier met het hele gezin aan de mindset van onze kinderen. Als fixed mindset weer de kop op steekt, proberen we de growth mindset toch weer de bovenhand te laten halen. Lagere scholen werken vaak met de fictieve personages Fixie en Growie. Je kan je kind er eens naar vragen, grote kans dat ze de namen kennen! Als ik een kind hoorde zeggen: “Dat kan ik niet!” tijdens mijn les, dan zei ik wel eens: “Daar heb je Fixie weer!” en heel vaak wisten ze dan echt wel wat ik bedoelde.
Als afsluiter geef ik het volgende filmpje nog even mee. Ik heb het al eens gedeeld, maar dit is zo een mooi filmpje om duiding te geven!
Take care en tot snel
Liefs Ilse
Zelf doen – de behoefte aan autonomie bij kinderen
“Zelluf doen”! Ik hoor het ze nog zeggen! Veel te vroeg naar het gevoel van mama, want ja dat loslaten, dat blijft een ding! Dat zelf doen, die behoefte aan autonomie hier in huis is altijd groot geweest. Tot mijn ergernis in het begin, want: “Daar ben jij nog te klein voor!” en “Dat moet jij nog niet beslissen!” en nog van die uitspraken. Wist ik veel dat die grote behoefte gewoon een deel van hen was! Dat het iets zou worden wat nog veel energie zal vragen van ons, als ouders en van hun leerkrachten! Zelf doen, zelf beslissen en zelf de consequenties dragen!
Ziek in bed
Het heeft drie jaar geduurd eer ik onze oudste zo ver had dat hij moest komen zeggen als hij ziek was en had overgegeven in zijn bed! Hij haalde de lakens eraf (hij was 4 hè), zocht een andere pyjama en ging onder op de zetel liggen onder een fleece als hij niet alles opgepoetst kreeg! En dat gebeurde niet één keer, maar verschillende keren. In het begin was ik daar best boos over. “Kom dat dan zeggen hè!”. Maar uiteindelijk werkte: “Jongen, ik ben je mama. En mama’s willen graag zorgen voor hun kinderen. Ik weet graag dat je ziek bent. Heel knap dat je het al zelf wil doen, daar ben ik blij om, maar kom het alsjeblieft ook zeggen tegen mij!” werkte veel beter!
Gevecht voor het outfit
Bij de oudste dochter was de keuze van het outfit als kleuter echt een probleem. En dan heb ik het over krijsen, gillen, stampen hè. Als zij in haar hoofd had dat het vandaag een Elsa jurkje zou worden met dun stof en korte mouwen, dan zou het dat worden! Punt! En ook al had het gesneeuwd of ging ze op boswandeling, ze zou dat NIET veranderen! Uren hebben we ervoor in de clinch gelegen!
Ik begon dan maar met ’s avonds, met haar in overleg, kleding klaar te leggen met het weerbericht er naast. Ondertussen is hier iedereen zover dat ze zelf hun kleding kiezen. (Ze zijn acht, zes en vier). Er zijn wel een paar voorwaarden. Als het bijvoorbeeld turnen of zwemmen is, dan vind ik het beter dat ze een broek aandoen. Dat is gewoon handiger om aan en uit te kleden! Ook daar liet ik het één keer gewoon toe, een kousenbroek op de dag van de zwemles… je doet maar! En toen kwam ze ’s avonds terug met de verklaring dat het toch echt geen goed idee was geweest! Ook het weerbericht moet gerespecteerd worden! Maar dat los ik nu op door de kleding van het verkeerde seizoen uit de kasten te halen. Behalve bij onze zoon. Die draagt winter en zomer, net als de papa, T-shirten. Bij de voorschoolse opvang spraken ze hem erover aan: “Heb jij geen kou?” – “Nee!”, en weg was hij! Ik denk nu: “Als hij kou heeft, zal hij wel iets anders kiezen om aan te doen!”
Zelf beslissen of iets wel of niet kan
In het tweede leerjaar had onze zoon zich tijdens de turnles gekwetst. Hij had ook nog naschoolse sportactiviteit en hij had dan maar beslist dat hij daar niets kon gaan doen. En hij vertrok naar buiten. Gelukkig had een andere mama hem zien staan, want ik was er niet om hem op te halen. Ergens had hij gelijk, maar hij moet natuurlijk niet ‘zomaar’ vertrekken.
Zelf lunch maken en koekendozen vullen
Ik doe dat dus niet meer! Ze vullen zelf hun brooddoos, zorgen zelf voor hun fruit en koek. Ik zet de koekendoos en de fruitmand op tafel en al de rest doen ze zelf! Héél handig! 😉
Alle kinderen hebben behoefte aan autonomie
Elk kind heeft behoefte aan dingen zelf te beslissen en te doen. Dat is helemaal oké. Dat hoort bij het mens zijn. Hoogbegaafde kinderen hebben die behoefte veel meer uitgesproken. Communicatie is daarin echt essentieel! Ook autoritair doen, kan net in het verkeerde keelgat schieten. Duidelijke argumenten waarom iets wel of niet kan, werken veel beter dan ‘omdat ik het zeg!’ – Ook dat is zo voor alle kinderen, trouwens! 😉
Daar heb je hem hè! die “maar”. Autonomie wil ook zeggen een grote verantwoordelijkheid! Neem jij geen koek mee naar school? Dat is dan jammer! Ben je jouw zwemgerief vergeten? Ik kom het niet brengen. En ooooooh, dat klinkt lekker hard hè. Maar op die manier leren ze echt het best dat acties ook gevolgen hebben.
Op school
Ik zie mijn collega’s nog foeteren: “Waarom schrijft hij die berekening nu niet op?!” En ja, dat is natuurlijk héél belangrijk. Want als je de berekening niet ziet, dan kan je ook niet zien waar het fout liep, dan kan je niet bijsturen en dan kan je geen punten geven op wat wel juist was. Maar een hoogbegaafd kind denkt anders, komt vaak ook gewoon anders tot een oplossing en het heeft die grote behoefte aan autonomie. Dus komen we terug op dat stukje communicatie:
“We gaan iets afspreken. Je hoeft de berekening niet op de schrijven. Je krijgt alle punten als de uitkomst goed is. Maar, is ze fout, dan heb je ook gewoon een nul, want dan kan ik je voor de berekening geen punten geven. Jij kiest: schrijf je de berekening op of niet, maar weet dat jouw beslissing ook gevolgen heeft voor je score als het niet juist is!” Leg de verantwoordelijkheid bij het kind, geef de autonomie, maar hang er ook de consequenties aan vast! Het kind heeft zelf in handen wat er zal gebeuren en weet dit ook op voorhand!
Zelf doen – het blijft een zoeken
We hebben hier al enorm veel geleerd als het aankomt op die autonomie. Gelukkig maar! Toch blijft het zoeken … hoeveel vrijheid geef je een kind al? Zelf brooddoos maken, zelf kleding kiezen, … Maar straks komt: ‘Zelf beslissen of ik mijn huiswerk wel of niet maak’ waarschijnlijk ook nog. En wat doe je dan? ‘Moeten’ ze dan toch of ga ik ook daar zover zijn dat ik durf te zeggen: “Jouw keuze, jouw consequenties: geen huiswerk gemaakt, dan verdien je een 0!”
“Het is precies of ik dat tellen tot 1000 ook al kon”, zuchtte je diep toen je een paar dagen geleden weer eens niet naar school wilde vertrekken. En weet je, kleine man, dat ik dan gewoon niet weet wat ik daarop nog moet zeggen? Want uiteraard kon je dat tellen tot 1000 al, veel verschil met tellen tot 100 is er niet. Toen je vorige week het verschil tussen rekenen en wiskunde vroeg en papa je een voorbeeld liet zien, was je weg met die wiskunde – rekenen met letters! Cool! Dolenthousiast vroeg je wanneer je dat dan zou gaan doen op school. Je schouders zakten diep, toen je hoorde dat het nog ongeveer vier jaar zal duren.
Het “ik wil niet naar school monster”
Het was even voorbij, toen je veranderde van school, maar nu steekt het ‘ik wil niet naar school-monster‘ weer af en toe zijn kop op. Ze doen hun best op school. Er wordt aan gewerkt. Maar methodes op school zijn nu eenmaal niet aangepast aan kinderen zoals jij.
“Ik ken dat al”, zei je me, een beetje boos, toen ik vroeg of je voor je toets van WO had geleerd. En ja, ik weet het wel, je kan dat al. Ook moet ik het je eigenlijk niet vragen, want ik weet dat je behoefte hebt aan autonomie. En zeker WO, dat in je interesseveld ligt, dat moet je helemaal niet leren, dat heb je al opgenomen, de allereerste keer dat je het hoorde. Maar weet je, mijn hoofd werkt zo niet. En ik ben leerkracht. Dus ik ben er zo een beetje in getraind om de zeurkous uit te hangen, ik moet dat nog afleren! Ik werk eraan! Beloofd.
*Zucht* “Waarom moet ik al die oefeningen maken!?” Ruzie om je huiswerk, want je ziet er het nut echt niet van in. Mijn slappe excuus: “Je zal in je leven nog meer dingen moeten doen die niet leuk zijn! Dat moet ik ook nog steeds. ” houdt eigenlijk geen steek en ik weet het! Je zou je tijd nuttiger kunnen besteden, maar ja… huiswerk is wel verplicht! Thuis komt er soms een kleine rebel naar boven, maar 95 procent van de tijd, doe je ‘gewoon’ wat van je wordt verwacht.
Van ondergaan naar rebel?!
Je doet die saaie oefeningen in de klas wel, je ondergaat. Je interesse ligt totaal ergens anders en je verveelt je eigenlijk vaak gewoon kapot. Maar je geeft het nog steeds te weinig aan. Je wil geen lastpak zijn. Je wil het de juf en ons niet moeilijk maken. Je strompelt er wel doorheen… ‘Het moet’
Als je nu eens een rebel zou zijn, zou weigeren van de dingen te doen die je al kan. Zou dat een oplossing zijn? Zou het helpen? Want zo zijn er ook heel veel kinderen zoals jij. De rebellen, die de klas op stelten zetten en waar de leerkrachten geen raad mee weten. Soms, zo heel soms, zou ik willen dat je zou gaan rebelleren; gewoon zodat iedereen zou kunnen zien, dat het helemaal niet zo goed met je gaat als ze denken.
Maar kleine man, IK ZIE JE! Ik voel je strijd en ik strijd met je mee, samen met je papa. En, ik wil even zeggen dat ik super trots op je ben! Want zelfs bij dingen die je totaal niet goed kan, zoals een loopwedstrijd, hou je vol. Je doorzettingsvermogen is misschien nog wel je sterkste eigenschap. Dat stelt me dan ook weer voor een stuk gerust. Je bent geen rebel, dat past niet echt bij je karakter. Jij bent de empaat.
Ik geloof ook echt dat het goed komt! “Vertrouwen hebben en loslaten”, waren belangrijke woorden van de expert hoogbegaafdheid. Het komt goed… op de één of andere manier, komt het goed! Er is alleen (nog steeds) een hele lange (saaie) weg te gaan.
Bijna twee weken gaan mijn kinderen en ik terug naar school. Bijna twee weken en het is al miserie! Wat ik had gevreesd, lijkt ook echt voor mijn ogen te ontplooien… School lijkt een complete teleurstelling te zijn voor onze oudste dochter.
Sinds januari weten we dat onze zoon hoogbegaafd is. Een heel verhaal van ongelukkig zijn, zoeken naar wat er aan de hand was, van school veranderen, leidde ons tot die conclusie bij een gespecialiseerde psychologe. Hij heeft nog twee zussen en die moesten we in het oog houden….
Bij de jongste heb ik al langer ook zware vermoedens. Bij de middelste, die een totaal ander kind is dan de andere twee, dacht ik lang dat er niets aan de hand was…. tot ik de verdieping bij Hoogbloeier ging volgen.
Het begon te dagen dat ik me in haar wel eens héél erg kon vergissen… Want ze is heel anders dan haar broer en jongere zus. Maar er zijn dan ook gewoon zoveel verschillen tussen hoogbegaafden onderling. Er kwamen stukken tekst in de cursus voor die me aan haar deden denken…
Het eerste leerjaar is een teleurstelling
Zo super enthousiast ze vertrok drie september naar de klas, zo super verdrietig lag ze gisteren op de zetel heel hard te snikken, tranen met tuiten… Het was helemaal niet leuk op school ! Ze is nog geen twee weken bezig en het enthousiasme is helemaal weg!
Ik begon dus door te vragen, net als ik bij haar broer had gedaan vorig jaar in november. “Neen, het is niet de juf, die is lief!”“Nee, ze heeft vriendjes!”“Nee, er is geen ruzie.”En toen kwam eruit: “Maar ik wil werken mama! De juf moet stoppen voor stoute kindjes en ik wil vooruit! Ik wil kunnen lezen! Ik mag van Warre de boeken van de boomhut lenen om te lezen als ik het kan! Het duurt allemaal zo lang!”
*slik*
Twee nachten geleden was er een bed helemaal nat geplast! (Oké, van die dingen is niet zo tof voor de privacy van een kind, maar ik heb beloofd eerlijk en open te zijn en dat hoort er dus ook bij!)Ze is al droog (dag en nacht) van haar 2 jaar! Dit is dus puur van de stress! School is een teleurstelling, wat had ze er toch veel meer van verwacht.
Grote waarschijnlijkheid dus, dat ook zij bovenaan de curve zit.
Gesprek met de juf
Gelukkig weet ik dat de school zal willen meedenken. Ik ga morgen naar de juf. Ze had uiteraard niets aan haar gemerkt, want mijn kinderen zijn toppers in zich sociaal wenselijk gedragen…
Zeker geen verwijt naar haar toe dus! Maar wel heel grote bezorgdheid bij mij hoe dit weer verder gaat lopen!*zucht*
Ik trek aan de bel
Met het M-decreet zal de zorg op school vaak nog meer gaan naar diegenen onderaan. Begrijp me niet verkeerd, ook deze kinderen hebben daar recht op en ze moeten ook geholpen worden!
Maar wat gaat er nog veel fout in het onderwijs als het aankomt om hoogbegaafde kinderen! Leerkrachten weten te weinig, scholen hebben te weinig middelen of willen er geen middelen insteken!
De ene school doet het al beter dan de andere, maar wat is er nog veel onwetendheid en wat hebben nog velen een verkeerd beeld van ‘de hoogbegaafde leerling!’
Als dit zo doorgaat, gaan mijn kinderen straks, samen met veel andere hoogbegaafden, naar een speciale school die voor hen is uitgebouwd en niet naar een ‘gewone secundaire school’. Want de ‘know how’ is er gewoonweg NIET!Bij veel lagere scholen is er de wil om te leren en doen ze echt hun best. Er zijn er die kangoeroewerking hebben of een plusklas. Maar met zoveel zorgkinderen in huis is het echt niet simpel. Eens in het secundair worden héél veel van deze kinderen aan hun lot overgelaten. Velen halen geen hoger diploma, sommigen zelfs hun secundair niet. Depressie- en zelfmoordcijfers liggen bij hoogbegaafden veel hoger! Werk aan de winkel dus!
Blijf ik in het onderwijs?
Het is een vraag die al jaren in mijn hoofd spookt… ‘Is het dit nu wat ik wil?’
Door te zien wat de coaching van een Expert bij onze zoon teweeg heeft gebracht heb ik ingezien hoe belangrijk het is om met mensen samen te werken met kennis van zaken! Ik ben de opleiding bij The Gifted Academy deze zomer dus ook begonnen om ergens een verschil te kunnen maken. Ik wil graag scholen, ouders en kinderen helpen met de aanpak van hun hoogbegaafde kinderen. Daarvoor wil ik heel graag de opleiding bij hoogbloeier tot expert tot een goed einde brengen. (Voorlopig heb ik ‘enkel’ de verdieping afgerond.’) De expert opleiding op dit moment verderzetten zit er helaas niet in, tot mijn grote teleurstelling!
Toch heb ik een doel en op één of andere manier zal ik daar geraken. If the plan doesn’t work, change the plan, not the goal!
Momenteel ben ik bezig om op dat gebied mijn opties op een rijtje te zetten.
Maar eerst moet ik zorgen dat die middelste terug boven water komt! Want ze verzuipt in haar tranen op dit moment en een moederhart kan daar niet zo goed tegen!
Een hele lange tijd heb ik rondgelopen met de vraag: Is mijn kind hoogbegaafd. Het heeft mij en ons gezin enorm veel twijfels gebracht en verschrikkelijk veel stress. Zowel de zoektocht als dan het uiteindelijke ‘verdict’ dat mijn instinct helemaal juist was. Ik wil heel graag de hele weg die wij hebben afgelegd hier uitschrijven. Mijn overtuiging dat anderen in hetzelfde schuitje er iets aan gaan hebben, is te groot en ik vind het te belangrijk. In ieder geval weet ik dat ik zelf heel veel gehad heb aan alle ervaringsverhalen die ik kon vinden. Het is namelijk nog steeds niet altijd zo gemakkelijk om een hoogbegaafd kind te herkennen. Laat staan om aan de school duidelijk te maken wat er precies aan de hand is of om de juiste hulp te vinden. Een hoogbegaafd kind opvoeden is ook een echte uitdaging voor de ouders, dat ondervinden wij dagelijks.
Vandaar dit artikel waarin ik ons verhaal chronologisch zal ordenen met heel veel informatie en ervaring, die wij gaandeweg hebben opgedaan. De keuze om open en eerlijk hierover te schrijven op mijn blog is een weloverwogen keuze geweest. Ouders die zeggen dat hun kind hoogbegaafd is, worden vaak als opscheppers gezien. Maar eigenlijk zwijgen ouders vaak als ze denken dat hun kind hoogbegaafd is, net om dat label van ‘opschepper’ te vermijden. En daar schuilt voor een stuk ook gevaar voor het kind in. Er zijn nog zoveel onduidelijkheden en er zijn nog zoveel misverstanden. Om die uit de wereld te helpen trek ik bewust al een tijdje alle registers open!
Is mijn kind hoogbegaafd? Onze kleuter
Het eerste wat altijd opgevallen is bij onze zoon is dat hij vroeg kon babbelen. Heel snel ook maakte hij volledige volzinnen en gebruikte hij werkwoorden met de juiste vervoegingen. Mensen konden echt verbaasd staan kijken naar zijn woordkeuzes. Wij wisten uiteraard niet beter. Hij was ons eerste kind en we hadden geen vergelijkingspunt. Mijn mama zei al wel snel iets over zijn taalgebruik. Ons kleine ventje was super nieuwsgierig en had honderden vragen. Als peuter kon hij zich al echt uren met één ding bezig houden met opperste concentratie. Maar nog een keer… ik wist niet beter.
Toen hij op een keer begon te vertellen over een reis naar Italië die hij als 2,5 jarig ventje had meegemaakt en hij ondertussen vijf was… toen begon het mij te dagen dat er misschien meer aan de hand was.
Ook had hij een enorme behoefte aan dingen zelf doen. Alle kinderen gaan wel op een bepaald moment door zo een fase. Maar hij bleef erin hangen. Hij werd door iedereen bestempeld als ‘een plantrekker’, maar die behoefte aan autonomie is ook iets typisch voor hoogbegaafde kinderen.
De vraag: “Is mijn kind hoogbegaafd?” kwam toen voor het eerst in mij op, maar ik deed er verder niets meer. Ook omdat het bij kleuters niet ‘hoogbegaafd’ wordt genoemd, maar een ontwikkelingsvoorsprong. (Of dat zo correct is, dat is een ander verhaal, zo leerde ik in de verdiepingsopleiding!)
Later, na het lezen van heel wat lectuur op aanraden van het expertisecentrum hoogbegaafdheid, bleek dat ik het aan nog veel meer had kunnen zien.
Lees ook: Waarom ik dacht dat ons kind hoogbegaafd was.
De overgang naar het eerste leerjaar
Het liep allemaal niet zo super vlot van kleuter naar leerling! Hij zeurde over het feit dat de speeltijd te kort was en dat hij wilde spelen. Maar goed, ik veronderstelde dat de overgang hem parten speelde. Omdat het leren lezen helemaal niet vlot ging en ik dacht dat hoogbegaafden zichzelf bijna altijd leren lezen, dacht ik dat ik helemaal fout zat met mijn hoogbegaafd piste.
Langzaam aan veranderde ons gelukkig ventje in een kind van zeven dat helemaal niet meer naar school wilde. In november, toen hij in het tweede leerjaar zat, werd ik op zorgcontact uitgenodigd. De school had gezien dat hij ongelukkig was is de klas. Ze konden niet meteen zeggen waarom dat zo was, maar vroegen me contact op te nemen met het CLB. Als mama is het ongelofelijk hard om te moeten horen dat je kind van zeven ongelukkig is. De zoektocht naar waarom hij zich dan zo slecht voelde kon beginnen. Achteraf bleek ook dat hij nog veel dieper heeft gezeten dan dat ooit wij hadden kunnen vermoeden.
Elk kind leert graag
Kinderen zijn sponzen, ze leren graag en zeker op jonge leeftijd! Als zo een jong kind dus al niet meer naar school wil, dan is dat alles behalve normaal. Het kan natuurlijk zijn dat er andere dingen aan de hand zijn. Misschien wordt je kind gepest of is er een andere oorzaak. Ik typte ‘Kind ongelukkig op school’ in op Google en vond al snel terug sites die vertelden over hoe ongelukkig hoogbegaafde kinderen zich kunnen voelen. Toen zei ik tegen mijn man dat ik toch verder die weg wilde laten onderzoeken. Ik dacht het al zo lang! Na wat zoeken kwam ik terecht bij Hoogbloeier. Een expertisecentrum hoogbegaafdheid in Gent. Ik nam contact met hen op en we mochten op intake gesprek komen.
Coach Bjorn
We hebben 2,5 uur met de coach van hoogboeier gebabbeld. Hij liet ons uitvoering ons verhaal vertellen en stelde gerichte vragen. Toen het gesprek was afgelopen zei hij dat hij natuurlijk geen ‘diagnose’ kon stellen, maar dat hij aan de hand van ons verhaal al een grote indicatie was dat onze zoon wel degelijk hoogbegaafd was. Hij stelde voor om aan de school te vertellen dat differentiatie naar boven toe echt wel gewenst was. Maar ik werk zelf op een school en zonder ‘attest’ zonder een ‘zwart op witje’ doen veel scholen gewoon niets. Ik wilde dus graag dat hij een IQ test zou laten doen.
Gespecialiseerde psycholoog
Er zijn vele instanties die een IQ test doen. Het CLB doet dat bijvoorbeeld ook. Bij vele hoogbegaafden komt het bij die test er wel uit. Helaas is dat niet voor allemaal het geval. Hoogbegaafdheid is namelijk veel meer dan enkel een hoog IQ. Je kan namelijk perfect een hoge intelligentie hebben en toch niet hoogbegaafd zijn. Hoogbegaafd zijn is een combinatie van een hoog IQ met een aantal andere ‘zijnsluiken’. Er werd ons aangeraden om de test bij een gespecialiseerde psycholoog te doen omdat zo de test naar alle waarschijnlijkheid een juister resultaat zou geven. Onze zoon was, als hij hoogbegaafd zou zijn, aan het onderpresteren en dat kon ook bij de test problemen geven. Bovendien had ik zelf al hier en daar kleine tekenen gezien van een fixed mindset. De test werd ingepland. De psycholoog wilde graag wachten op een nieuwe test. (wiscV). Deze zou beschikbaar zijn in januari, we zaten op dat moment eind november.
Boeken
In afwachting van de test werden ons enkele boeken aangeradenals must reads als je denkt een hoogbegaafd kind (in de klas) te hebben. Ik bestelde de boeken en kon echt overal de voorbeelden bijschrijven. Ons kind bleek een echt tekstboekkind! Toen de test dichterbij kwam werd ik zenuwachtig. Niet zozeer omdat ik bang was dat hij niet hoogbegaafd zou zijn, maar omdat het voor mij nu zo duidelijk was geworden dat ik me niet kon voorstellen wat het dan wel zou zijn dat hem parten speelde als het niet hoogbegaafdheid zou zijn.
Mijn man ging met onze zoon naar Leuven voor de test. Ik bleef bewust thuis. Want nog zoiets ’tof’ aan onze zoon is dat hij super goed is in mensen aanvoelen. Ik kan niets voor hem verbergen. Als ik stress heb of verdrietig ben, dan voelt hij dat, dan weet hij dat. Hoe goed ik het soms ook probeerde te verbergen. (Ja, je mag verdrietig zijn, maar kinderen hoeven nog niet altijd alles te weten, dacht ik dan!). En omdat ik zo opgejaagd was, bleef ik bewust thuis.
Onder de middag (de testing duurde een volledige dag!) kreeg ik bericht van mijn man dat hij het leuk vond bij de psychologe. En ergens in de namiddag kreeg ik een appje waarin stond. “Ze moet het verslag nog uitschrijven, maar hij overduidelijk hoogbegaafd”
Niet gezien dat hij hoogbegaafd was.
Zowel de school als de juf hadden het nooit aan hem gezien. Maar ik moet er ook bij vertellen dat zij een totaal ander kind zagen dan dat ik kende. Het rapport dat ik onder ogen kreeg, leek het rapport van een vreemde voor mij. Daaruit bleek dan ook dat hij zich echt niet goed voelde.
Pinnen voor later?
Dankbaar voor de coaching
Ik ben zo blij om die coaching geweest. In de tijden van onzekerheid, mailde ik soms naar Bjorn en dan kon hij me moed inpraten. Het hele proces hebben ze ons met raad en daad bijgestaan. Zij hebben ook aangegeven, samen met de psychologe, dat we er rekening mee moesten houden dat een verandering van school zich soms opdringt.
Het beste voor je kind
Al snel bleek dat er voor onze zoon niets anders op zat dan van school te veranderen. Ik ga niet in detail treden, daar heeft niemand iets aan. Maar de nieuwe school had duidelijk een andere visie en een andere aanpak. Eén waar wij ons een pak beter bij voelden. Het was een hele zware keuze om te maken en wij hebben die ook helemaal niet licht opgevat. Ik vond het enorm spannend om de knoop door te hakken.
De kracht in jezelf
Toen hij dan een beetje gewoon was aan zijn nieuwe school en klas, hebben we een coaching traject gestart bij hoogbloeier. Dit traject heet ‘de kracht in jezelf’ en daar heeft hij echt enorm veel aan gehad. De coaching, de verandering van school en weten wat er aan de hand is, zodat je juist kan handelen, bleek een sleutel om onze kleine man terug gelukkiger te zien!
We weten dat het hard werken zal blijven om hem op te voeden en om er, samen met de school en de omgeving, voor te zorgen dat hij gelukkig blijft en niet gaat onderpresteren. En zelfs met alles wat we weten en doen, geeft het geen garanties voor de toekomst. Ik ben ook bang voor het secundair onderwijs. Want ik zie elke dat dat er nog enorm veel werk aan de winkel is bij scholen en leerkrachten. Maar de verdiepingsopleiding die ik ging volgen voor professionelen vertelde vooral dat vertrouwen in je kind en durven loslaten zal zorgen dat het (meestal) wel in orde komt.
Mijn toekomst.
Ik volgde de verdiepinsgopleiding voor professionelen bij The Gifted Academy. Daar kreeg ik echt goesting om verder te gaan met de expertopleiding. Wat ik er dan precies mee ga doen weet ik niet. Scholen helpen, kinderen helpen, zelf coachen, De toekomst op dat gebied is nog wel wat onduidelijk! Maar dat ik iets met die kennis wil gaan doen is een zekerheid.
Wat als je denkt: “Is mijn kind hoogbegaafd?”
Ik geef je nu al als raad mee: ga erachter aan! Blijf niet wachten tot er zich problemen voordoen! Wees ze voor! Moest ik opnieuw beginnen? Ik deed het anders! Ik was al hulp gaan zoeken in de kleuterklas, toen ik dacht dat ik het gezien had! Want dames en heren, het moeder instinct (of vader instinct) is zelden fout – geloof me maar!
Heb je vragen of kan ik je ergens mee helpen, aarzel dan niet om contact op te nemen! Ik heb dit allemaal bewust open getrokken om andere ouders en kinderen te kunnen helpen, als is het maar met herkenning!
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.